25 November 1991. Uit de mist en het lawaai van Skyline komt een statige,
mooie jongeman naar voren: Raymond. Het is mijn eerste dag in Zuid-Afrika. Ik
reis rond met een vriend, net als ik werkzaam voor de anti-apartheidsbeweging
in Nederland. Hij heeft me de eerste dag meegenomen naar een homorestaurant,
een travestietoptreden en nu naar Skyline, de homoclub in Hillbrow, Johannesburg.
Zuid-Afrika is een paradijs voor homo's concludeer ik als hetero na één dag.
Raymond is een fascinerende en talentvolle jongen. Hij is artiest en musicus,
heeft een prachtige stem. Vriend, Raymond en ik trekken de weken daarna veel
met elkaar op. We ontmoeten Lillian, de moeder van Raymond. Zij werkt als domestic
bij een blank gezin, zeven dagen per week, en verdient nauwelijks iets. Raymond
is dol op haar. Zij mag sinds jaren met kerst weer eens naar haar kinderen en
familie, ver weg in een township bij Port Alfred. Vriend, Raymond en ik besluiten
ook te gaan. Onderweg zingt Raymond veel. Hij is nog maar net 22, al een leven
achter zich, een onzekere toekomst voor zich, energiek en kwetsbaar. De sfeer
in de auto is vertrouwd en melancholiek. De reis had wat mij betreft langer mogen
duren dan één dag. Zijn moeder is uitzinnig van blijdschap, na zoveel jaren
weer thuis. Ze springt iedereen om de hals, verpletterd ook mij met haar warmte.
Ze is dronken van opwinding. We organiseren een braai op een stand, drinken
en dansen. Vrouwen draaien uitdagend om Raymond. "Ze weten niet dat ik homo
ben", fluistert hij me toe. "Ze denken dat ik artiest ben." Ach ja. Toch geen
homoparadijs.
25 November 2001, tien jaar later. De herdenkingsbijeenkomst van Raymond in
de Melkweg. Raymond is op 14 november onverwacht overleden. Het is een indrukwekkende
bijeenkomst. Het verdriet gaat op in beweging en ritme en er ontstaat een opmerkelijk
gevoel van verbondenheid. Raymond heeft zich ontwikkeld tot een fantastisch
musicus en drag queen. Met Afro Vibes heeft hij een succesvolle organisatie
opgezet voor culturele evenementen en kleinschalige onderwijsprojecten. Raymond
maakte in Nederland, waar hij de laatste acht jaar woonde, een grote groep vrienden.
De emotievolle bijeenkomst is daar een treffend bewijs van. Mijn contact met
hem was niet intensief, maar we zagen elkaar geregeld. De begroeting had altijd
iets intiems, alsof we iets speciaals deelden. Ik voelde altijd zijn kwetsbaarheid
en bij hem kwam er ook altijd iets kwetsbaars van mij boven. Dat zal hij met
velen hebben gehad en dat zinderende die zondag door de Melkweg. Apartheid heeft
veel kapot gemaakt in Zuid-Afrika en daarbuiten, maar van de weeromstuit heeft
het bijgedragen aan de ontwikkeling van een generatie zeldzame, authentieke
mensen. Raymond was er daar een van.
|